In het najaar van 2019 werden er nog een tiental reeën neergeschoten in de Plantentuin van Meise omdat ze te veel planten en bloemen zouden eten en hiermee onherstelbare schade aanrichtten. Vooral in de rozentuin zou de schade groot geweest zijn. Dierenrechtenorganisatie GAIA reageerde daarbij verontwaardigd en stelde dat de plantentuin voor de gemakkelijke oplossing gekozen had. In het verleden waren er al verschillende alternatieven uitgeprobeerd zoals afscherming van de jonge aanplant, het plaatsen van omheiningen, het plaatsen van afschrikkende middelen. Toch bleken deze maatregelen niet te volstaan en werd er overgegaan tot selectieve jacht op advies van het Agentschap voor Natuur en Bos.
Ook bij de reeën probeerde de Plantentuin van Meise al andere maatregelen zoals het gebruik van likstenen met anticonceptieve werking en het volledig omheinen van de Plantentuin. Omdat deze alternatieven weinig succesvol waren en om geen dieren meer nodeloos te moeten afmaken, werd in februari het plan opgevat om deze reeën te vangen en te verplaatsen in samenwerking met het natuurhulpcentrum van Opglabbeek. Deze verhuis is nu uitgesteld tot het najaar omdat verschillende vrouwelijke reeën drachtig zouden zijn.
“Het is belangrijk om een evenwicht te vinden tussen het welzijn van deze reeën en het behoud van de collectie van de Plantentuin. Nu de reeën gaan verplaatsen zou leiden tot erg veel stress bij de drachtige reeën. Na de geboorte van de kalfjes dient wel naar een permanente oplossing gezocht te worden die positief is voor zowel de reeën als voor de Plantentuin. Ik roep dan ook op om alsnog te gepasten tijde werk te maken van de verhuis van de reeën”, aldus Vlaams Volksvertegenwoordiger Allessia Claes.