Pakistan

Samen met enkele andere parlementsleden brachten jullie net enkele dagen in Pakistan door. In welk verband moeten we dit bezoek precies plaatsen?

Allessia Claes: ‘Dit vond plaats in de schoot van de Inter-Parliamenary Union, een internationale organisatie opgericht in 1889 die meer dan 178 landen samenbrengt. In België kunnen parlementsleden van kamer of senaat lid worden van de IPU van een land, dat hun belangstelling wegdraagt. Karl en ik delen een grote interesse voor de Zuid-Aziatische regio met landen als Pakistan of India, vandaar ons lidmaatschap. Ikzelf ben ook voorzitster van de IPU België-Pakistan. In dat verband organiseren we regelmatig vergaderingen en activiteiten, ontvangen we ook wel eens de Pakistaanse ambassadeur of een politieke delegatie. Dit erg leerrijk verblijf in Pakistan kende een stevige agenda. Ze kwam er trouwens op uitnodiging van het Pakistaans parlement.’

Karl Vanlouwe: ‘Niet onbelangrijk op een moment dat de voorzitter van het Waals parlement tot ontslag gedwongen werd, omwille van zijn reis naar Dubaï met een moeilijk verdedigbaar prijskaartje, toch even verduidelijken. Een dergelijk bezoek in IPU-verband gebeurt financieel in de allergrootste transparantie. De helft van de vliegtuigreis wordt door de IPU gedragen, de overige helft betaalt het parlementslid zelf. Alle kosten voor het verblijf en het programma ter plaatse is dan weer iets wat door het gastland betaald wordt. In dit geval het Pakistaans parlement.’

‘Allessia en ikzelf zijn lid van het IPU in onze hoedanigheid van senator, niet rechtstreeks als Vlaams volksvertegenwoordiger. IPU erkent namelijk enkel nationale parlementen. Dat neemt niet weg dat we van onze buitenlandse verplaatsen gretig gebruikmaken om te benadrukken dat we vooral Vlaamse parlementsleden zijn en de senaat vooral een kamer zonder bevoegdheden is (lacht). Want ook dat is belangrijk: Vlaanderen uitleggen in het buitenland.’

Programma

Jullie waren door het Pakistaans parlement uitgenodigd. Was het dan ook die gastheer die jullie programma bepaalde? 

Allessia Claes: ‘In een eerste fase kregen we de vraag van de ambassadeur of we bepaalde wensen hadden. Die werden overgemaakt. Op basis van de personen die we wilden spreken of plaatsen die we wensten te bezoeken, werd dan het uiteindelijk programma in mekaar gebokst. Bijna 80 procent van onze verzoeken konden ingewilligd worden. Kosten noch moeite werden gespaard. Dat mag ook benadrukt worden. Wat ook opviel: tijdens die gesprekken konden ook gevoelige thema’s, zoals de positie van de vrouw in het land of de kwestie Kashmir, vrijuit besproken worden.’

Karl Vanlouwe: ‘Kenmerkend voor IPU-contacten is dat gesprekken met meerderheid én oppositie gevoerd kunnen worden. Dit gebeurt niet bij bilaterale contacten tussen ministers die per definitie een meerderheidsverhaal zijn. Het maakt deze vorm van parlementaire diplomatie net zo interessant.’

Economie

We begrepen dat er ook een belangrijke economische dimensie aan het bezoek zat? 

Karl Vanlouwe: ‘Voor we zo’n bezoek aanvatten is er altijd voorafgaandelijk overleg met Flanders Investment & Trase (FIT), en mogelijks ook met Awex of Brussels Expo. Feit is dat FIT een vertegenwoordiger in Pakistan heeft. Nu bevindt het land zich als handelspartner voor Vlaanderen slechts op een vijftigste plaats, wat niet wegneemt dat er zich enkele interessante bedrijven een activiteit ontplooien. Ontex Belgian Company bijvoorbeeld, sinds 1979 een leverancier van medisch en hygiënisch materiaal, met hoofdzetel in Aalst. Ze zetten er 200 mensen aan het werk.’

Indrukwekkend was zonder meer het bezoek aan Texpak, goed voor 1.900 werknemers in Pakistan en een typisch West-Vlaams textielbedrijf

‘Indrukwekkend was zonder meer het bezoek aan Texpak, goed voor 1.900 werknemers in Pakistan en een typisch West-Vlaams textielbedrijf. Bij de activiteiten van die sector in landen als Pakistan of Bangladesh denkt men snel aan kinderarbeid en allerhande sociale wantoestanden, maar de activiteiten van Texpak tonen net aan dat het helemaal anders kan.’

‘Niet alleen zitten zijn behoorlijk hoger dan het gemiddeld loon dat in Pakistan uitgekeerd wordt. Er zit in hun bedrijfsvoering nog een belangrijk sociaal luik naar vrouwen toe, niet onbelangrijk in een land waar 60 procent onder hen analfabeet is. Zo wordt er een bewuste aanwervingspolitiek naar vrouwen toe gevoerd. Wat onmiddellijk ook gepaard gaat met de nodige flexibiliteit naar werktijd toe, onontbeerljk om hun job met de kinderzorg te combineren. Texpak fabriceert trouwens in Pakistan een product dat we allemaal kennen: de reddingsvesten die door de redders aan onze Vlaamse kust gedragen worden…’

Allessia Claes: ‘Er is een domein waar wij met de “knowhow” binnen onze Vlaamse bedrijven een belangrijk verschil kunnen maken: waterbeheersing. Zoals algemeen geweten heeft Pakistan te kampen gehad met enorme wateroverlast en overstromingen in 2022. De gevolgen en de enorme waterschade hebben we met onze eigen ogen kunnen aanschouwen in Khairpur, waar ook het BFAST-team een waterzuiveringsinstallatie installeerde. De Pakistani’s willen ook van Vlaanderen leren. Zo mochten we eind vorig jaar een delegatie ontvangen om zich te vergewissen van onze kennis en kunde over hoe overstromingen worden aangepakt..’

China

Pakistan grenst aan China: hoe belangrijk is dat gegeven? 

Karl Vanlouwe: ‘Wel, een kleine anekdote terzake: toen we het vliegtuig namen voor een binnenlandse vlucht werden we omringd door Chinese zakenlui, druk in de weer. Zij reizen trouwens in “business” (lacht). Alle gekheid op een stokje, je merkt het wel dat China overal zit. Misschien minder visueel dan in bepaalde Afrikaanse landen, maar hun gewicht is onmiskenbaar. Zij staan voor 8,40 procent van de handel met Pakistan en zijn een gewillige geldschieter. Er is een groot project van connectiviteit op infrastructureel vlak, een onderdeel van de ruimere Belt-politiek van Peking. Ze mikken ook op studentenuitwisseling met vandaag 28.000 Pakistani die in China studeren.’

‘Toch merk je in sommige gebieden de toename van anti-Chinese gevoelens, veelal omwille van het uitblijven van de economische verwachtingen. De islam blijft een gevoelig punt. Peking vreest dat de radicale islam zal overslaan naar de Oeigoerse bevolking binnen de eigen landsgrenzen. Het viel me op dat wanneer ik de slechte behandeling van de Oeigoeren bij Pakistani aankaartte, er een soort van standaardantwoord kwam: ‘Dit is de interne Chinese politiek.’. (Begrijp: we laten de economische voordelen van China niet ondergraven door dit probleem.)

Islam

Hoe belangrijk lijkt jullie het gegeven dat Pakistan een moslimland is? Zeker met een vrouw als delegatieleidster…. 

Allessia Claes: ‘Geloof is overal in Pakistan. ‘s Ochtends werden we gewekt door het gebed vanop de minaretten en het gebeurde geregeld dat ik geen hand kreeg van een man, ook al was het contact afgezien daarvan doorgaans hoffelijk en zelfs vriendelijk. Je ziet aan alles dat dit een moslimland is, ook al is de situatie anders in hoofdstad Islamabad dan in pakweg Karachi, waar de religieuze component sterker present is.’

‘Maar dat is nog iets anders dan het moslimterrorisme wat een duidelijke prioriteit is voor de staatsveiligheid. Er is een actieplan tegen terrorisme, anderzijds is het gebrek aan tegenstand voor de Pakistaanse politieke klasse en de wens om een extremistisch moslimreligieus electoraat niet van zich te vervreemden, hetzij uit overtuiging, hetzij uit politieke berekening, een fundamenteel probleem.’

MICHAEL VANDAMME voor Doorbraak

Bron: https://doorbraak.be/interview-met-allessia-claes-en-karl-van-louwe-ove…